Afrika - Kalanchoë

De kalanchoë, oorspronkelijk afkomstig uit Madagaskar, is een fascinerende plant. Fascinerend door zijn bladeren die snel jonge plantjes kunnen produceren en die symbool staan voor het regenererend vermogen van het leven. Door zijn groene en volle uiterlijk, zelfs in omstandigheden van extreme droogte. De kalanchoë wordt "sappige plant" genoemd omdat hij zeer veel sap bevat. De kalanchoë dankt zijn vermogen zich aan te passen aan watertekort aan moleculen die, als een spons, het water in het hart van de blaadjes vasthouden. Deze werking, vergelijkbaar met die van hyaluronzuur, het "spons-"molecuul van de huid, inspireerde de laboratoria van Clarins. Zij hebben aangetoond dat het extract van de biologische kalanchoë de synthese van hyaluronzuur bevordert.

In cosmetica geeft het extract van de biologische kalanchoë de natuurlijke hydratatiekracht van de huid een boost.

Clarins heeft in Madagaskar een samenwerkingsverband met twee dorpen opgezet voor het oogsten en het drogen van kalanchoë, met respect voor het milieu en biologische methoden, zonder pesticiden of chemische stoffen. Dit vindt plaats gedurende de 8 maanden van het droge seizoen van april tot november. Het aantal oogsten is afhankelijk van de droogtijd (afhankelijk van het seizoen 2 weken of 2 maanden). Het drogen van de planten - essentieel voor het behoud van de actieve moleculen - gebeurt in de zon op matten van plantaardige vezels: 1 laag van 5 à 8 kg blaadjes per mat. De blaadjes worden 2 à 3 keer per dag omgekeerd. Deze blaadjes bestaan voor ongeveer 95% uit vocht. Er is dus 25 kilo verse blaadjes nodig om één kilo gedroogde blaadjes over te houden.

Meer weten over Jardins du Monde

Clarins heeft in 2004 Jean-Pierre Nicolas beloond met de ‘Clarins Men Environnement’ prijs. Sindsdien selecteert deze arts in de antropologie en etnobotanisme de planten die de kern vormen van de formules speciaal voor het merk. Clarins verleent actieve steun aan de vereniging Jardins du Monde. Ze stelt traditionele farmacopees opnieuw samen en traint bevolkingsgroepen die geen toegang hebben tot conventionele medicijnen – omdat ze te duur zijn - voor beter gebruik van planten en de teelt hiervan.